Het verschil tussen havo en vwo kan voor veel mensen lastig zijn, ook voor leerlingen en ouders. Het kan zijn dat je hier en daar stemmen hoort, vwo is bijvoorbeeld moeilijker en havo-leerlingen zijn eerder klaar met het afstuderen van de middelbare school, maar hoe zit het dan?
De lengte en moeilijkheidsgraad van het overtreffen van het niveau zijn ook belangrijk. Wat is bijvoorbeeld het verschil tussen wiskunde a en b tussen havo en vwo? Wat is het niveau van het Engels in HAVO? Hoe zou je een typische havo- of vwo-student omschrijven? Wat is het verschil tussen havo / vwo en vwo?
De antwoorden op al deze vragen vindt u in de volledige beschrijving.
Inhoud van dit artikel
Wat is vwo?
Ook in het vwo is het belangrijk om een basisvolgorde te hebben: wat is vwo eigenlijk? Waar staat “vwo” voor?
Net als “HAVO” is de term “VWO” een afkorting en staat voor “VWO”. VWO is het hoogste niveau van middelbare scholen. HAVO-studenten kunnen doorstromen naar VWO.
Een vwo-leerling wordt ook wel een vwo’er genoemd.
Wat is havo?
Laten we bij het begin beginnen: wat is havo precies en waar staat “havo” voor? Wat betekent “havo” eigenlijk? In de volgende paragraaf gaan we precies hetzelfde doen voor vwo.
De term “HAVO” is een afkorting en staat voor “hoger algemeen voortgezet onderwijs”. HAVO is het op één na hoogste niveau van middelbare scholen, gelegen tussen vmbo-t en vwo.
Een havo-leerling wordt ook wel een havist of een havoër genoemd.
Verschil tussen havo en vwo
Er zijn meerdere verschillen tussen de havo en vwo niveaus. Hieronder een aantal belangrijke op een rij:
Aantal jaren
Hoewel studenten die beide vakken tegelijk volgen al een tijdje bezig zijn, heeft de vwo maar weinig tijd nodig. Dit betekent dat havo-studenten eerder aan hun studie kunnen beginnen dan vwo-studenten.
Normaal gesproken voltooit een havo-student de havo binnen vijf jaar. Over het algemeen zijn studenten tijdens de middelbare school tussen de 12 en 17 jaar oud.
Dit is echter niet het geval als de student doorgaat na het behalen van het vmbo-t-diploma. In dat geval gaan de leerlingen na 4 vmbo naar de vierde havo-klas. Dit betekent dat er een extra jaar bijkomt totdat het havo diploma is behaald. Dan halen de meeste studenten op 18-jarige leeftijd het havo diploma.
Maar onder normale omstandigheden hebben vwo-leerlingen zes jaar nodig om een vwo-diploma te behalen. Pre-universitaire studenten zijn meestal tussen de 12 en 18 jaar oud op de middelbare school.
Als HAVIST na het behalen van het diploma overstapt van de havo naar het vwo, duurt het nog een jaar voordat het vwo-diploma is behaald. Zeven jaar na het behalen van de middelbare school zullen de meeste transfer studenten het diploma kunnen behalen.
Doorstroom naar een vervolgopleiding
Wanneer je een havo- of vwo-diploma behaald hebt, kun je aan een vervolgopleiding beginnen. Een vwo’er heeft vrij spel op het gebied van vervolgopleidingen en zal over het algemeen naar de universiteit gaan, maar havisten hebben in eerste instantie wat beperkingen.
Met een havo-diploma op zak kun je een frisse start maken aan een hbo of mbo. Tot de universiteit hebben havisten echter niet direct toegang. Om als havist toch aan de universiteit te kunnen beginnen, moet je eerst een vwo-diploma op zak hebben of het eerste jaar van een hbo-opleiding hebben gehaald. Hier komen soms additionele eisen bij kijken.
De meeste havisten gaan na de havo direct door naar het hbo.
Alle vakken op de havo
Een groot verschil tussen de havo en het vwo zijn de vakken die leerlingen krijgen. De exacte vakken die gegeven worden, verschillen per profiel en school. Een havo-leerling krijgt in ieder geval de volgende verplichte vakken:
Verplichte vakken in de onderbouw van havo:
- Engels
- Rekenen
- Nederlands
- Wiskunde
- Mens en maatschappij
- Mens en natuur
- Kunst en cultuur
- Duits en Frans of een andere officiële taal
- Bewegen en sport
Verplichte vakken bovenbouw havo:
- Nederlandse taal en literatuur
- Engelse taal en literatuur
- Rekenen
- Lichamelijke opvoeding
- Maatschappijleer
- Culturele en kunstzinnige vorming
Naast enkele verplichte vakken zijn er vanaf het vierde leerjaar ook de vakken die gebonden zijn aan het gekozen profiel van de leerling. Dit zijn op de havo:
Natuur en Techniek:
- Wiskunde B
- Scheikunde
- Natuurkunde
Natuur en Gezondheid:
- Wiskunde A
- Scheikunde
- Biologie
Economie en Maatschappij:
- Wiskunde A
- Geschiedenis
- Economie
Cultuur en Maatschappij:
- Geschiedenis
- Een moderne vreemde taal
Daarnaast kent de havo nog diverse andere niet-verplichte vakken. Dit zijn onder andere:
Keuzevakken havo:
- Spaans
- Muziek
- Maatschappijleer
- Handelswetenschappen en recht
- Handvaardigheid.
- Aardrijkskunde
- Kunstgeschiedenis
- Tekenen
Vakken op vwo
Een groot verschil tussen de havo en het vwo zijn de vakken die leerlingen krijgen. De exacte vakken die gegeven worden, verschillen per profiel en school. Een vwo-leerling krijgt in ieder geval de volgende verplichte vakken:
Verplichte vakken onderbouw vwo:
- Nederlandse taal en literatuur
- Engelse taal en literatuur
- Twee moderne vreemde talen, bijv. Frans of Duits
- Maatschappijleer
- Culturele en kunstzinnige vorming of Klassieke culturele vorming
- Rekenen
- Lichamelijke opvoeding
Verplichte vakken bovenbouw vwo:
- Engelse taal en literatuur
- Nederlandse taal en literatuur
- Rekenen
- Maatschappijleer
- Culturele en kunstzinnige vorming (klassieke culturele vorming bij gymnasium)
- Lichamelijke opvoeding
- Tweede vreemde taal (Latijn of Grieks bij gymnasium)
Naast enkele verplichte vakken zijn er vanaf het vierde leerjaar ook de vakken die gebonden zijn aan het gekozen profiel van de leerling. Dit zijn op het vwo:
Natuur en techniek:
- Wiskunde B
- Scheikunde
- Natuurkunde
Natuur en gezondheid:
- Wiskunde A
- Scheikunde
- Biologie
Economie en maatschappij:
- Wiskunde A
- Economie
- Geschiedenis
Cultuur en maatschappij
- Wiskunde C
- Geschiedenis
Daarnaast kent het vwo nog diverse andere niet-verplichte vakken. Dit zijn onder andere:
Keuzevakken vwo:
- Informatica
- Chinees
- Grieks
- Hebreeuws
- Latijn
- Arabisch
- Onderzoek & Ontwerpen
- Spaans
- Russisch
- Papiaments
- Management & Organisatie
- Maatschappijwetenschappen
- Muziek en Tekenen/Handvaardigheid
- Filosofie
- Kunst Bewegen, Sport en Maatschappij
Moeilijkheid en werkdruk
Een belangrijk verschil van havo vs vwo is de moeilijkheid van de lesstof. Voor de havo is al een redelijk denkniveau vereist, maar de lat ligt op het vwo nog net wat hoger.
Daarnaast behandel je voor veel vakken op het vwo meer stof dan op de havo. Veel van deze informatie komt ook terug op het vwo-eindexamen, en niet op dat van de havo. Een vwo-leerling zal dus meer kennis moeten hebben van de vakken om het eindexamen te halen.
Door de grotere hoeveelheid lesstof op het vwo ligt de snelheid waarmee de stof wordt behandeld ook net wat hoger. Daardoor komt er ook meer langs op de proefwerken en toetsen op het vwo dan op de havo. Ook de toetsen zelf zijn moeilijker op het vwo. Zo zijn meerdere vragen in één vraagstuk niet zeldzaam.
Verschil in denkwijze
Iets waar veel scholieren die de overstap maken van havo naar vwo op vastlopen, is het verschil in denkwijze dat bestaat op het vwo. Kort gezegd, is dit het verschil tussen het leren van de lesstof en het daadwerkelijk begrijpen van de lesstof.
Op de havo speelt het begrijpen van de geleerde stof ook al een rol, maar op het vwo is dit nog meer van belang. Proefwerken met een hoog cijfer afronden door alleen te stampen zal moeilijk worden op het vwo. Je dient te snappen waarom iets werkt zoals het werkt, en niet alleen te weten dat het zo is.
Engels niveau op havo of op vwo
De Engelse taal speelt een essentiële rol op de havo en het vwo. Op beide niveaus komt Engels verplicht terug. Echter ligt het niveau van Engels op de havo iets lager dan op het vwo.
Het niveau van een vreemde taal wordt meestal aangeduid aan de hand van het ERK-niveau. Dit niveau laat aan de hand van zes niveaus zien welk niveau er vereist wordt op een bepaald gebied. Dit loopt van A1, naar A2, naar B1, naar B2, naar C1 tot en met C2. Hier is A1 de absolute basis, en daarmee het laagste niveau, terwijl je op C2-niveau de taal vloeiend spreekt.
Op de havo ligt het vereiste Engels niveau in de eindexamenklas tussen B1 en B2. Hier is voor leesvaardigheid een B2-niveau gewenst, terwijl voor luister-, schrijf- en gespreksvaardigheid de lat met B1-niveau iets lager ligt.
Dat houdt in dat op de havo al van je verwacht wordt dat je redelijk goed Engels spreekt, maar voornamelijk dat je het goed kan lezen en kunt begrijpen wat ergens staat.
Op het vwo wordt van je verwacht dat je de Engelse taal nog beter onder de knie hebt. Hier ligt het vereiste Engels niveau namelijk tussen C1 en B2. Opnieuw is voor leesvaardigheid het hogere niveau (C1) gewenst, terwijl voor luister-, schrijf- en gespreksvaardigheid ‘slechts’ B2-niveau nodig is.
Op het vwo krijg je dus behoorlijk pittige Engels teksten met veel lastige woorden, zoals alleen iemand die de taal bijna vloeiend spreekt zou kunnen lezen. Je hoeft zelf niet op zo’n hoog niveau te schrijven en praten, maar ook het daarvoor gewenste B2-niveau is beslist geen eitje. De lat ligt hoog.
Wiskunde A op havo en vwo
Wiskunde A is een vak dat terugkomt op de havo en het vwo, afhankelijk van je profiel. Bij de A-variant speelt vooral het onderzoeken van data een grote rol. Leerlingen leren verbanden te zien tussen gegevens en grafieken en tabellen te interpreteren.
Een verschil tussen wiskunde a op de havo en het vwo is dat er op de havo simpelweg wat minder stof langskomt. Zo krijgen havo-leerlingen geen kansberekening en meetkunde, terwijl vwo’ers deze stof wel dienen te kennen. Daardoor zal ook bij wiskunde A de werkdruk op het vwo wat hoger liggen.
Wiskunde B op havo en vwo
Als havist of vwo’er kun je ook met wiskunde B te maken krijgen, afhankelijk van je profiel. Bij deze B-variant werken leerlingen veel met formules en functies. Je zult leren hoe je deze manipuleert, maar ook hoe je eigenschappen van grafieken en tabellen bepaalt.
Een verschil tussen wiskunde b op de havo en het vwo is dat er net zoals bij wiskunde A meer en andere stof langskomt op het vwo. Zo wordt er op het vwo ook diep ingegaan op goniometrische functies en differentiaal- en integraalrekening. Ook bij deze wiskundevariant zal de werkdruk op het vwo hoger liggen dan op de havo.
Wat is een typische vwo-leerling?
Een typische vwo-leerling is net als een typische havo-leerling bovengemiddeld slim, maar toch net even wat slimmer. De leerling werkt doorgaans volledig zelfstandig, heeft een duidelijke eigen mening over zaken en toont een wetenschappelijke houding. Een vwo’er is doorgaans kritisch ingesteld en kan reflecteren op de eigen prestaties.
De typische vwo-leerling wordt vaak door anderen als extreem slim gezien. Zelf ervaart de vwo’er ook plezier in school en heeft de leerling interesse in de vakken en actuele gebeurtenissen in de wereld. Plannen is vaak geen probleem en huiswerk wordt meestal wel gemaakt.
Wat is een typische havo-leerling?
Een typische havo-leerling is bovengemiddeld slim en toont een actieve houding. Er is sprake van een zekere mate van zelfstandigheid, maar voor enkele taken (zoals het maken van een langetermijnplanning en zelfreflectie) zal de leerling nog hulp nodig hebben van een docent of een andere buitenstaander.
Een havist is typisch niet alleen brains, maar hecht ook waarde aan een goede sfeer en relatie met anderen. Er is ruimte voor dollen, maar wanneer het nodig is kan er hard gewerkt worden.
Is de overstap van havo naar vwo erg moeilijk?
Veel havisten in hun examenjaar die twijfelen tussen de overstap naar het hbo of het vwo, vragen zich af of het moeilijk is om van de havo naar het vwo te gaan.
Die vraag is lastig te beantwoorden, en hangt af van je eigen kwaliteiten en motivatie. Zoals eerder in deze blog benoemd, is het vwo wel een stuk lastiger dan de havo. Vooral op het gebied van denkwijze zul je een verschil merken. Als je op de havo moeite hebt met inzichtvragen, zul je het wellicht op het vwo wat moeilijker krijgen. Maar ook dit verschilt natuurlijk per persoon.
Gelukkig sta je er vaak niet alleen voor. Ook docenten zullen op basis van jouw kwaliteiten en gedrag bereid zijn een oordeel te geven over of je de overstap van havo naar vwo zou moeten maken. Vaak speelt een positief advies van docenten naast een cijfereis ook een beslissende rol bij het bepalen of leerlingen de overstap mogen maken.
Als je goede cijfers haalde op de havo, gemotiveerd te werk ging, een goede werkhouding had en het enigszins naar je zin had, ben je waarschijnlijk wel in staat om vwo te doen. Maar opnieuw, dit verschilt per persoon. Sommige havisten halen ook het vwo met twee vingers in de neus, terwijl anderen wat meer moeite hebben.
Van vwo naar havo: opvallendheden
Sommige leerlingen blijken zich toch niet helemaal thuis te voelen op het vwo, en maken daarom de overstap van het vwo naar de havo. Daar zul je waarschijnlijk een paar dingen merken.
Zo ligt de nadruk iets meer op het leren van de stof dan het begrijpen van de stof. Op het vwo was je misschien gewend om precies te moeten weten hoe iets in elkaar zat. Dit is op de havo niet altijd nodig. Sommige proefwerken kunnen gehaald worden door alleen maar te stampen.
Daarnaast zal het tempo in de les iets langzamer liggen. Er wordt op de havo minder stof behandeld dan op het vwo, waardoor er langer wordt stilgestaan bij dezelfde onderwerpen. Daardoor hoef je voor proefwerken en toetsen ook minder te leren dan op het vwo. Op de toetsen zul je bovendien merken dat er veel aparte vragen worden gesteld, i.p.v. één groot vraagstuk.
Leerlingen op de havo ervaren ook iets minder vrijheid dan vwo-leerlingen. Op de havo wordt je hand nog iets meer vastgehouden en zal de docent vaker bereid zijn om je bij iets te helpen.
De sfeer in de klas zal wellicht ook iets anders zijn dan vwo’ers gewend zijn. De lat ligt iets minder hoog, waardoor er wat meer ruimte is om te dollen. De kans bestaat ook dat een leerling die afgestroomd is wat meer vrije tijd over zal houden, vergeleken met het vwo.
Verschil havo/vwo en vwo
Het verschil tussen havo/vwo en vwo is iets moeilijker samen te vatten. De overstap is kleiner doordat de leerling al gedeeltelijk ondergedompeld is in het vwo-niveau. Geleidelijk aan zal de leerling waarschijnlijk pas enkele verschillen gaan merken, zoals een grotere mate van zelfstandigheid en de meer inzichtelijke manier van denken.
Wat waarschijnlijk wel snel opvalt, is dat de sfeer in de vwo-klas iets anders is. Over het algemeen is een typische vwo’er wat wetenschappelijker en zakelijker ingesteld dan een havist.
Hopelijk heeft deze blog voor jou de verhouding havo vs vwo wat duidelijker kunnen maken. Mochten er toch nog vragen zijn, vergeet dan niet dat je eigen school hier veel over duidelijk kan maken, zeker op het gebied van de vakken die je krijgt op beide niveaus. Veel succes!